Fragiel, maar een echte artiest: Armand De Las Cuevas.
ArtNouvelo kleurt (en treurt) de maand November met verhalen over wielrenners die ons helaas te vroeg hebben verlaten. Merkwaardig genoeg zijn het blijkbaar vaak net de meest kleurrijke figuren die blijkbaar het moeilijkst weten om te gaan met de roem. In eerdere afleveringen hadden we het al over klimgeiten Jimenez en Pantani. Uiteraard ook onze eigen golden boy, VDB.
Een volgende wielrenner in onze reeks "November to Remember" is waarschijnlijk minder bekend, maar allicht is de naam toch blijven hangen bij veel wielerfanaten: Armand de las Cuevas. De Fransman, weliswaar met Spaanse roots, was lang de enige buitenlander in het team Banesto met kopman Indurain. Een kleurrijk figuur met een naam die altijd weer in het oog sprong, tijdens het analyseren van uitslagen op de sportpagina’s tijdens zwoele zomerdagen in juli aan zee in de jaren ’90. Een straatjongen uit Bordeaux die zich opwerkt tot een topatleet.
Armand was een hardrijder pur sang die een goed klassement kon rijden in een grote ronde, maar vaak ook altijd helaas één of twee zwakke dagen had. Met de Classica San Sebastian, de ronde van Burgos, de Dauphiné Libéré en heel wat ereplaatsen in tijdritten in grote rondes was hij één van de sterkste renners in het wielrennen van de jaren ’90. De Las Cuevas was een hardrijder, maar ook een keikop.
Zo reed hij in 1992 de Tour in dienst van Indurain. Met nog een zware bergetappes voor de boeg vraagt ploegleider Echavarri aan de knechten om het rustig aan te doen in de tijdrit. Benen losrijden en binnen de tijd arriveren. Kopman Indurain wint impressionant de etappe tegen de tijd in Luxemburg. Wie werd er tweede: ploegmakker De Las Cuevas. De straatjongen uit Bordeaux plaatste zijn eergevoel boven de consignes van de Spaanse hiërarchie. Dergelijke coupes maken het wielrennen zo mooi en onvoorspelbaar. Hijzelf noemde wielrennen zijn job, zoals een arbeider. Elke dag werken. Actie, geen blabla. Dat was voor de Jalaberts en Virenques van zijn generatie.
Een kleurrijk figuur dus, recht voor de raap. Vandaar ook in onze illustratie de verwijzing naar expressionist Jackson Pollock. De Amerikaanse schilder overleed ook helaas veel te jong na een auto-ongeluk en kampte heel zijn leven met alcoholverslaving. De Las Cuevas werd door één van zijn ploegmaten omschreven als: “een fragiele persoon, maar een echte artiest”! Pollock had een speciale techniek. "Door er dichtbij te staan, ben ik onderdeel van het schilderij," zei de Amerikaan. Hij "smeet zichzelf" als het ware in zijn schilderijen, soms ook letterlijk. Net zoals Armand in die ene fameuze tijdrit, tegen alle team orders en gezond verstand in.
Ook De Las Cuevas had moeite om afstand te nemen van zijn kunsttak: het wielrennen.
De Las Cuevas besloot na zijn professionele carrière te verhuizen naar een exotisch eiland in de Indische Oceaan. In 2006 (38 jaar was hij toen reeds) reed hij op Mauritius nog een lokale ronde, samen met een debuterende Afrikaanse renner… Chris Froome. Hij werd er wel later betrapt op het gebruik van Heptaminol. Dat product bestempelde hij zelf als kattepis.
Een kleurrijk figuur, die nooit echt rust kon vinden. Een straatjongen uit Bordeaux die snel kon fietsen én snel kon leven. Op 50-jarige leeftijd pleegde hij zelfmoord op het eiland La Réunion.
Een donker einde, maar toch treuren wij in kleur! Wat een geweldige coureur!