A November to Remember - Deel 1. José Maria Jimenez.
1 November. Het door corona geplaagde wielerseizoen loopt langzaam op zijn einde. Er is alleen nog de late Vuelta om ons aan op te warmen.
Allerheiligen. De gedachten gaan onvermijdelijk ook naar diegenen die niet meer bij ons zijn. Dat je op deze dag nog de Angliru over moet als sprinter, wie heeft dit horrorscenario uitgedokterd? Uitgerekend op de dag ná Halloween. Terwijl het grootste deel van het peloton al voor de open haard zit met vrouw en kinderen. Klassementsrenners beslissen hier vandaag of het seizoen is geslaagd of niet. Geslaagd betekent tegenwoordig toch vooral gezond thuis zitten, of?
Angliru en Vuelta dus.
ArtNouvélo herdenkt in deze sombere maand enkele geniale coureurs die ons veel te snel hebben verlaten. Op deze 1 november met de onoverkomelijke Alto di Angliru op het menu, gaan onze gedachten naar een enigszins vergeten klimmer, die op 32-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Madrid het leven liet. Daar was hij opgenomen met een depressie. Zijn naam : José Maria Jimenez. In de wielerwereld gekend als "El Chaba".
De Spanjaard reed heel zijn carrière voor Banesto, de ploeg van Miguel Indurain. Eerst in dienst van, daarna als kopman. Hij was waarschijnlijk – samen met die andere gevleugelde klimmer Marco Pantani – de beste klimmer van zijn generatie. Zo pakte hij vier keer de bergtrui in de Vuelta en won hij negen bergetappes in dezelfde ronde. Hij werd ook Spaans kampioen en verzilverde mooie bergetappes in moeilijke, kleinere, maar zware, rittenkoersen zoals de Dauphiné en de Ronde van Catalonië. "Chaba" was overigens de schoonbroer van Carlos Sastre, die met Jimenez' zus getrouwd was. Sastre had minder talent, maar won wel een Tour de France. Was ook ontzettend regelmatig met een dozijn ofzo top-10 plaatsen in grote rondes op het palmares.
In 1992 maakte Jose Maria Jimenez zijn debuut voor Banesto – de voorloper van Movistar – waar ook tourlegendes Pedro Delgado en Miguel Indurain net de wacht (en macht) wisselden. Hij was één van de vaste luitenanten van Miguel Indurain in zijn vijf tourzeges. Eigenlijk klom hij ook een pak beter, veel vinniger, explosiever en attractiever. Soms ook heel onbezonnen. Met demarrages op de eerste helling. Eigenlijk volledig het tegengestelde van zijn berekende conservatieve kopman. Daardoor was hij ook eigenlijk veel populairder bij het publiek. Die verafgoding is vaak moeilijk te dragen. Zijn manier van koersen was ook zijn manier van leven. Hoge pieken, diepe dalen. "Big Mig" zou zijn vroegere luitenant en gedoodverfde opvolger na diens dood ook beschrijven als iemand die op de goede dagen fenomenaal goed kon zijn op de fiets, maar ook compleet door het ijs kon zakken op een slechte dag. Dat zien we wel vaker bij geniën. Misschien is het ook net datgene dat ons fascineert; iemand die heel zwart en heel wit tegelijk kan zijn, is anders dan iemand die heel de tijd gewoon grijs is. Dat was natuurlijk ook weer voor de hele "50 tinten grijs"-gekte.
Regelmatig zat Jimenez tot ‘s morgensvroeg in de Spaanse disco’s. Andere dagen bleef hij liever in bed vanwege negatieve gedachten dan een verplicht trainingsritje. Om aan dit ritme te kunnen koersen – en we zaten tenslotte in de jaren ’90 – waren stimulerende en kalmerende middelen dan ook deel van het rituelen. Figuren als Fuentes ciculeren rond en in het peloton. Er werd ons een rad voor ogen gedraaid dat niet al te fraai was. Nochtans zou het nog een decennium duren voor de beerput echt opengetrokken werd en we een beter beeld kregen van wat er allemaal gaande was in de rijdende apotheek..
Voor Banesto ploegleider Echevarri was Abraham Olano de opvolger van Miguel Indurain. Hetzelfde type. Iets zwaardere tijdrijder met veel inhoud, maar als het bergop ging, lukte het alleen om een tempo te rijden. Niet dat frivole van Jimenez, die tijdrijden haatte.
In 1998 staan ze beiden aan de start met andere grote namen. Ene Lance Armstrong bijvoorbeeld, zijn eerste ronde na het herstel van teelbalkanker. Maar ook Laurent Jalabert, Fernando Escartin, Alex Zulle, Richard Virenque, Oscar Camenzind. Na een aantal vlakke etappes met overwinningen voor onder andere Jeroen Blijlevens, pakt El Chaba de rode leiderstrui na de eerste bergetappe. In de tijdrit pakt Olano echter zwaar uit. Jimenez stond opnieuw op meer dan een minuut. In de volgende bergritten zien we een ongelofelijke Jimenez, die telkens seconden terugneemt op zijn ploegmaat, tot diens ongenoegen eigenlijk. Jimenez won nog eens drie bergritten tijdens die Vuelta. Olano zal uiteindelijk die Vuelta winnen, na alweer een buitenaardse tijdrit, maar dit was volgens de kenners nooit gelukt als Jimenez telkens meewipte als waakhond wanneer Escartin en Heras in de aanval gingen. Een jaar later won Jimenez opnieuw de koniningenrit van de Vuelta op de Angliru. In het klassement maakte hij toen al echter geen kans meer. Deze overwinning zet Jimenez in de geschiedenisboeken, omdat het de eerste keer is dat het "beest van de Asturias" beklommen wordt. Tegenwoordig wordt er gegoocheld met steigingspercentages van meer dan 20%, maar destijds was het 'not done'. Het materiaal was anders, de verzetten groter dan tegenwoordig. Een paar jaar later zal een zekere David Millar nog rechtsomkeer maken op een 10tal meter van de top en opgeven als protest tegen deze onmenselijke klim.
In 2001 won El Chaba nog eens het puntenklassement en de bergtrui in de Vuelta. Een combinatie die je niet meer ziet dezer dagen. Een echte klimmer met een ongelofelijke versnelling en explosiviteit. Als je ziet dat in die tijd vele renners hun beste resultaten halen zodra ze de dertig hebben gepasseerd, is de carrière van Jimenez veel te vroeg uitgedoofd, omwille van psychologische problemen. Wat zou er toch allemaal hebben gespeeld in het hoofd van dit genie? Hoe kan zo’n talent op zijn 32e in een psychiatrisch ziekenhuis belanden? De tol van de roem, van roesmiddelen, van teveel nullen op een bankrekening, van teveel druk op onvolwassen schouders?
Voor ons blijft het een jeugdheld op de koersfiets. Iemand die bij momenten massa's deed dromen in epische veldslagen en solo's bergop, maar zelf na jarenlange nachtmerries het onderspit moest delven tegen de eigen innerlijke demonen.
Overigens, zijn broer is kunstenaar geworden, en heeft El Chaba een paar maal op schiterende wijze vereeuwigd. Kunstenaars en wielrenners. Broeders voor het leven.