Terwijl vandaag bijna elke kunstenaars, topmanager of advocaat een koersfiets in de garage heeft staan, is en blijft de koers toch bij uitstek een sport van het volk. Wielrennen wordt inderdaad steeds populairder in de steden, maar groeide vanaf de tweede wereldoorlog vooral in rurale gebieden. In België is de koers nergens populairder als in de Kempen of in de Moeren. In Frankrijk heb je een enorme wielercultuur in Bretagne en in Italië is Toscane dan weer helemaal wielergek. In deze contreien was er in elke dorp wel een zoon van een landbouwer die zich via lokale koersen rond de kerktoren in de kijker probeerde te rijden.
In de jaren ’80 sprong daar één figuur helemaal tussenuit, Laurent Fignon. We herinneren ons vooral het ronde brilletje, de professor. Geboren aan de Montmartre in Parijs. Intelligent en van de grootstad, toch wel een cultuurschok in de leefwereld van de koers in die tijd. Wanneer het peloton ’s avonds aan de bar hing, las Fignon een boek. Misschien niet de meest elegante en frivole coureur, een beetje nukkig soms. Wel een prachtig palmares. We herinneren ons het seconden spel met Greg Le Mond in de tijdrit in Parijs om eindwinst in de Tour van 1989. En we weten hoe dat eindigde… is het niet José? Maar vergeet niet dat Fignon toen al twee keer de Tour de France (1983, 1984) had gewonnen. Daarnaast won hij ook onder andere Milaan-San Remo en de Ronde van Italië.
ArtNouvélo, dat het wielrennen vanuit een artistieke hoek bekijkt, schilderde Fignon met een verwijzing naar Henri Matisse. Vanuit een bourgeoisie familie ging hij rechten studeren in Parijs. Net zoals Fignon zocht hij de controverse met de heersende elite op. Laurent Fignon nam het heft over van zijn meester Bernard Hinault, de chouchou van het Franse wielrennen. Henri Matisse was grondlegger van het Fauvisme (de wilden). Een stijl met harde, contrasterende kleuren zonder enige overgang. In de pers werd Matisse omschreven als een barbaar, die schilderde als een kind dat borstels in zijn handen kreeg geduwd. Ook Fignon heeft altijd het imago van buitenstaander, controverse en arrogante gehad. Zo zei hij ooit over zijn ploegmaten dat ze voldoende verdienden om voor hem te mogen rijden. Net als Matisse maakte hij meteen furore. Alleen Merckx en een paar vooroorlogse coureurs slaagden erin om meteen in een eerste Tourdeelname met het geel naar huis te fietsen.
Nog een opmerkelijke link tussen Fignon en Matisse. Beiden probeerden zich in de nadagen in Nice te vestigen. Fignon kocht de rechten op van Parijs-Nice. Een groot succes werd het helaas niet. Sponsor vinden was een probleem en Fignon stak er heel wat van zijn eigen prijzengeld in. Uiteindelijk moest hij de Koers naar de Zon aan de ASO verkopen. Vandaag kan je ook in Nice het Henri Matisse museum bezoeken. Hij maakte er zijn laatste werken en stierf er.
Fignon was een doorbijter. Tijdens zijn carrière, maar ook erna. Toen hij al zware chemotherapie aan het volgen was bleef hij commentaar geven tijdens de Tour de France van 2009. Op een gegeven moment legde hij schokkend van verdriet zijn hoofd op de commentaartafel. Helemaal op, maar hij wou de strijd niet staken. Ook de Tour van 2010 zou hij nog volgen als commentator. Hij zou aanvankelijk 12 etappes doen, maar deed hem helemaal uit. Het zou zijn laatste tour zijn. Tien jaar geleden stierf de professor, gekraakt door de kanker. De ziekte die ook Henri Matisse fataal werd. Nog net zijn 50e verjaardag kunnen vieren. Nu ligt hij te rusten, tussen professoren, politiekers en kunstenaars op het Père-Lachaise in Parijs. Zijn grootstad, waar hij zijn mooiste overwinningen behaalde. En zijn grootste nederlaag.
Un grand Merci pour tout, Professeur.
Vos élèves d'ArtNouvélo.